Campus De Persgroep - page 63

• Studeerde geschiedenis
en journalistiek
• Sinds 2004 aan de slag bij
De Tijd, sinds 2016
als hoofdredacteur
• Van eind 2014 tot medio
2016 channel development
manager bij lingeriefabrikant
Van de Velde
• Woont samen in Brugge,
twee kinderen van 7 en 5
‘Wat deze fase zo moeilijk
maakt, is dat je niet metéén
kunt omschakelen. Papier
en digitaal moet je beide
blijven doen. Het is een
beetje schizofreen’
als hoofdredacteur van De
Tijd.’ Waarom dacht je dat je
misschien wel de ideale vrouw
voor die post was?
Ze aarzelt. ‘De ideale vrouw?
Dat is misschien een beetje ver-
keerd geformuleerd. Dat gevoel
had ik niet. Na mijn studies was
ik meteen bij De Tijd beland. Ik
wist niet veel van de krant en
had weinig affiniteit met financi-
eel nieuws. Maar eens erin vond
ik dit een ongelooflijk boeien-
de wereld die vaak onderschat
wordt door mensen die erbui-
ten staan. De Tijd heeft ook de
luxe een geweldige reputatie
te hebben als kwaliteitskrant.
En die krant is onder mijn huid
gekropen. Ik heb er een grote
klik mee en het merk De Tijd
is mij heel dierbaar. Ik was hier
niet vertrokken uit onvrede, na
elf jaar dacht ik gewoon dat het
goed was eens iets anders te
doen. Maar door eruit te stappen
merkte ik meteen hoe verknocht
ik aan deze krant was. Voor mij
is het bijna een ideologische
overtuiging dat het belangrijk is
dat De Tijd bestaat.’
Dat klinkt als een missie. En dat
is het ook. Al zegt ze: ‘Het was
nooit mijn ambitie hoofdredac-
teur te worden. Maar er moet
wel goed voor de krant gezorgd
worden. Hij is me zo waardevol
dat als me gevraagd wordt er-
voor te vechten, ik dat wil doen.’
Bij Van de Velde, waar ze chan-
nel development manager was,
miste ze De Tijd meteen. ‘Jour-
nalistiek is zo’n geweldig vak.
Als je er eenmaal door bent
gegrepen, ben je eigenlijk niet
meer te verpotten.’ Al was ze
ook daar graag en zegt ze dat
ze de ervaring niet had willen
missen. Twee projecten zette ze
er op poten. ‘Maar ik zat uitein-
delijk toch in Schellebelle, hoe-
veel ik ook reisde. En lingerie is
tof, maar ook beperkt. Terwijl
je als journalist een open blik
hebt. Op een bepaald moment
besliste ik dat ik het drie jaar
moest doen. Maar toen de vraag
kwam om hoofdredacteur te
worden, vroeg ik me af: ga ik
op mijn sterfbed niet heel veel
spijt hebben als ik het níét doe?’
Natuurlijk gaat dat gepaard met
twijfel. Natuurlijk is dat anders
dan beginnen schrijven als stagi-
air. ‘Maar net als toen word ik nu
omringd door mensen die me on-
dersteunen. Ik kende in 2004 niks
van economie, maar de ervaren
journalisten zeiden: ‘We gaan je
helpen.’ Dat voelde goed. Ik her-
inner me dat ik heel in het begin
naar een persconferentie van de
Confederatie Bouw ging, met hun
eigen jargon. Ze hadden het over
‘woninggebouwen’. Dat schreef ik
ook zo op, tot de eindredacteur bij
me kwam en zei: ‘Woninggebou-
wen? Huizen, ja. Of woningen.’’
En natuurlijk is schrijven nu ver-
leden tijd. Haar laatste reportage
ging over leerlooierij Tannerie
Masure, met de laarzen aan, tus-
sen de koeienvellen die Louis
Vuitton-tassen zouden worden.
Je rook in het verhaal de fabriek.
‘Fantastisch, bij uitstek dát bezoek
in Estaimbourg. Maar bij Van de
Velde heb ik geleerd dat ik het ook
leuk vind om mensen te leiden.’
Was er iets dat haar als kind
journalistiek bewoog? Thuis lag
STEPHANIE
DE SMEDT
1...,53,54,55,56,57,58,59,60,61,62 64,65,66,67,68,69,70,71,72,73,...120
Powered by FlippingBook