Campus De Persgroep - page 27

mijn. Als chef ben je de hele tijd aan
het schipperen wie je wanneer inzet.’
Rijpma: ‘Dat is ook voor mij elke dag
weer puzzelen. De ene journalist is
goed in snel of juist langzaam werk,
maar je moet tegenwoordig alles
kunnen. Online journalistiek vereist
ook een nieuwe manier van denken
die er niet meteen is. Journalisten
willen graag, maar vragen me: hóé
dan?’
En wat is het antwoord? Zit ’m dat
in kortere stukken?
Rijpma: ‘Aan woordlengte doen we
niet bij online. Ik zeg altijd: een stuk
is nooit te lang of te kort. Zorg er
maar gewoon voor dat ik het van be-
gin tot eind wil lezen.’
Bessems: ‘Dat stukken online kort
moeten zijn is echt een achterhaald
idee. Mensen lezen ook lange stuk-
ken op hun mobiel. Waar het om gaat
is dat je een verhaal online op veel
meer manieren kunt vertellen: als
een beeldverhaal, een infographic,
quiz of video. We hebben echt nog
internetredacteuren nodig om ie-
dereen daarvan te doordringen. Veel
journalisten denken nog uitsluitend
in tekst. Ik vind dat we geen journa-
listen met een blinde vlek voor onli-
ne meer mogen aannemen. Je moet
op z’n minst nieuwsapps en sociale
media gebruiken.’
Rijpma: ‘Vind ik ook. Als je een hart-
operatie moet ondergaan, wil je toch
ook een chirurg die op de hoogte is
van de laatste stand van zaken? Ook
voor journalisten breidt het instru-
mentarium zich uit. Je moet bijblij-
ven.’
Bessems: ‘Online journalistiek is ook
veel meer teamwork dan kranten-
journalisten van oudsher gewend
zijn. Je kunt niet meer je stuk over
de schutting gooien en boos worden
als er veel in is veranderd. Je werkt
nu in een vroeg stadium met cheffen,
vormgevers en fotografen aan je stuk.
Dat zit nog niet helemaal in ieders
systeem.’
Verschilt de online krant behalve
qua vorm ook qua inhoud van de
papieren krant?
Rijpma: ‘Ik denk dat online jour-
nalistiek zich vooral door de vorm
onderscheidt. Daar moeten wij, van
oorsprong krantenmakers, beter in
worden: hoe presenteer ik online?’
Bessems: ‘Maar de inhoud verschilt
ook. Bij de Volkskrant komen de
interesses van de lezers online en
op papier nog overeen. Maar bij het
AD verschilt het publiek dat de krant
of site bezoekt toch enorm? Al die
dieren en celebrity’s die jullie on­
line plaatsen, komen niet in de krant.
Meisje speelt met grizzlybeer...’
Rijpma: ‘Konijnen die ongelukkig
zijn...’
Ze schieten in de lach.
Bessems: ‘Wij schuwen geen dieren,
maar we moeten er wel een goede
reden voor hebben.’
Rijpma, vrolijk: ‘Fijn toch, dat ik
daarover bij het AD niet hoef na te
denken en jij naar een excuus moet
zoeken om erover te mogen schrij-
ven.’ Dan: ‘Het AD heeft online in-
derdaad een paar duidelijke onder-
werpen: breed nieuws en populaire
onderwerpen als showbizz en sport.’
Is er een generatiekloof op de
redactie?
Bessems: ‘Integendeel. Heel ervaren
collega’s blijken online soms veel
handiger te zijn dan de jongste, ogen-
schijnlijk meest
media-savvy
mensen.
Die lijken weleens te vergeten dat in-
ternet bestaat. Ik bespeur bij hen ook
meer angst voor negatieve reacties
online. Een ervaren journalist heeft
wel voor hetere vuren gestaan.’
Rijpma: ‘De meeste redacteuren zien
de voordelen van online journalistiek:
een groter podium, meer kwijt kun-
nen dan in de papieren krant, je parate
kennis meteen kunnen inzetten.’
Maar je moet dus wel een dikke
huid hebben.
Bessems: ‘Zelf ben ik op internet jaren-
lang een Wildersvriend, een zionist en
een islambasher genoemd. Sinds ik bij
de Volkskrant werk, ben ik ineens
een linkse multiculturalist. Je moet
ertegen kunnen en dat leer je van-
zelf. Online reacties maken je in-
houd overigens wel beter. Internet
is onverbiddelijk. Op een ramme-
lend verhaal krijg je meteen scherpe
kritiek.’
Rijpma: ‘Ik vind de interactie met
onze bezoekers belangrijk, maar
‘Online reacties maken je
inhoud beter. Internet is
onverbiddelijk. Op een
rammelend verhaal krijg je
meteen scherpe kritiek’
KUSTAW BESSEMS
1...,17,18,19,20,21,22,23,24,25,26 28,29,30,31,32,33,34,35,36,37,...120
Powered by FlippingBook