Campus De Persgroep - page 39

‘Ik heb actie nodig in mijn werk.
Laatst moest ik binnen een kwartier
een sfeerverslag maken. Ik had een
slijmbeurs­ontsteking, maar die heb
ik pas een uur later weer gevoeld’
FARDAU WAGENAAR
Wat hebben jullie nodig om in
je werk tot bloei te komen?
‘Actie!’ roepen ze in koor. ‘Seri-
eus, als er actie is, zijn we op ons
best’, zegt Özgünes. ‘Je moet het
nieuws kunnen voelen. Als ik
thuiszit, val ik stil. Om goed te
presteren heb ik een dynamische
omgeving nodig. Ik moet geprik-
keld worden.’
Wagenaar schuift enthousiast
heen en weer op haar stoel. ‘On-
langs waren er supportersrellen
bij het stadion. Dan sta ik voor-
aan. De redactie belde en zei: ‘Je
moet binnen een kwartier een
sfeerverslag maken.’ Ik had een
slijmbeurs­ontsteking in mijn
schouder, maar die heb ik pas een
uur later weer gevoeld.’
Özgünes: ‘Op zulke momenten
draai je op adrenaline. Je schiet
in de journalistieke reflex, doet
het gewoon. Het geeft een kick.
Daarom blijf ik naast mijn mis-
daadprogramma graag nieuws-
verslaggeving doen. Je krijgt de
gebeurtenis op een presenteer-
blaadje. Voor mijn eigen pro-
gramma ben ik altijd afhankelijk
van iemand die het verhaal ver-
telt. In de krant kom je nog weg
met een anonieme bron. Ik doe
daar niet aan. Als je iemand be-
schuldigt, dan doe je dat in beeld.
Het beeld heeft zo’n enorme
kracht. Pas vroeg ik een getuige
hoe vaak hij heeft gezien dat ie-
mand werd omgekocht. Hij keek
omhoog en bewoog zijn vingers.
Je zág hem tellen. In de periode
tussen de vraag en het antwoord
kan je als kijker al bepalen of je
hem gelooft of niet.’
Wagenaar: ‘Grappig dat je het
zegt. Sommige emoties kan ik
niet vangen met mijn pennetje.
Dan wordt het dramatisch, the-
atraal. Dan klopt het niet.’
Wagenaar werkte op een kleine
regioredactie in de Achterhoek.
Ze bracht avonden door bij ge-
meenteraadsvergaderingen. ‘Ik
aarzelde toen ze mij vroegen op
de sportredactie te komen wer-
ken. Ik voelde me veilig tussen
mijn kleine groep collega’s. Maar
ik kwam met een grote grijns
uit het gesprek. Ik dacht: nu ga
ik mijn leven omgooien. Binnen
een week zat ik met de ruiters in
Denemarken. Ik wist: dit is het.’
‘Als kind ging ik al met mijn va-
der mee naar PSV. En toen Ne-
derland in 1988 het EK won, was
ik totaal begeesterd. Dat moment
dat Kees Jansma in het zwembad
werd gegooid. Achteraf kun je
zeggen dat hij als journalist mis-
schien te close was met de spe-
lers. Het is het wankele koord
waarop een sportverslaggever
soms balanceert.’
De relatie tussen Wagenaar
en FC Twente raakte zo ver-
stoord dat ze niet meer bij de
club mocht komen. De druppel
was een portret van een speler
waarin ze zich vergiste in de
Amsterdamse wijk waar hij was
opgegroeid. Maar daaraan was al
een reeks misverstanden en kib-
belpartijen voorafgegaan.
Was de sfeer vergiftigd?
‘O, ja. Ik had lange tijd het ge-
voel dat er bij alles wat ik schreef
een ketting om mijn nek lag die
steeds strakker werd getrokken.
Op een gegeven moment dacht
ik over elk woord na. Het wer-
den enorm afgewogen stukken.
Na die boycot voelde ik me be-
vrijd. Wijzer in plaats van bitter.
Ik hoef nu niet bij elk verhaal
verantwoording af te leggen.
Ik schrijf op wat ik weet en wil
schrijven.’
Wanbeleid bij een topclub
aankaarten en misdrijven
oplossen. Jullie doen werk
waarvoor je in andere delen
van de wereld gekneveld in
een greppel belandt.
‘Niet
overdrijven’,
vindt
Özgünes. ‘Ik ervaar mijn werk
niet als gevaarlijk. Ik heb me
nooit bedreigd gevoeld. Ik weet
dat het gevolg van mijn werk is
dat mensen zich ongemakkelijk
• Deed de School voor
Journalistiek en ging in
2002 aan de slag op de
regioredactie van Tubantia.
• Stapte over naar de
sportredactie, waar ze de
wantoestanden bij FC Twente
blootlegde.
• Won daarvoor in 2016 met
collega’s Gerben Kuitert en
Leon ten Voorde een Tegel
in de categorie Nieuws.
• Is nu clubwatcher bij
Heracles.
• Woont met haar vriend in
het Achterhoekse Groenlo.
FARDAU
WAGENAAR
1...,29,30,31,32,33,34,35,36,37,38 40,41,42,43,44,45,46,47,48,49,...120
Powered by FlippingBook